Onderzoek naar slikken en kwijlen
Bij meer dan de helft van de kinderen met een neurologische aandoening komen slikproblemen en/of speekselverlies voor. Het voortdurende verslikken in eten, drinken, of speeksel kan zorgen voor stressvolle maaltijden, minder goed groeien en longontstekingen met/zonder ziekenhuisopnames, maar leidt ook vaak tot slecht slapen en schoolverzuim. Uit eerder onderzoek weten we dat speekselverlies bij kinderen en hun ouders een grote impact op het dagelijks leven heeft. Veel van deze kinderen worden ontweken door leeftijdsgenootjes, mogen niet meedoen tijdens het spelen of bij stages op school, of worden minder vaak geknuffeld. Adequate behandeling van deze kinderen is daarom ontzettend belangrijk.
Het slik- en speekselcontroleteam van het Amalia kinderziekenhuis
Al meer dan twintig jaar wordt door het slik- en speekselcontroleteam onderzoek gedaan naar de diagnostiek en behandeling van kinderen met neurologische aandoeningen leidend tot slikproblemen of speekselverlies. Dit onderzoek heeft er bijvoorbeeld voor gezorgd dat we beter weten hoe goed verschillende behandelingen werken en welke bijwerkingen kunnen optreden. Daarnaast heeft het onderzoek eraan bijgedragen dat er inmiddels veel aandacht is voor de impact van speekselverlies op het leven van kinderen en hun omgeving.
Ieder kind uniek: persoonsgericht en zinnige zorg
We streven ernaar om onze zorg voortdurend te verbeteren en persoonsgerichter te maken. Ieder kind met slikproblemen of speekselverlies is uniek, en daar willen we tijdens de evaluatie en behandeling nog meer aandacht aan kunnen besteden. Tijdens dit project zullen we daarom onderzoeken hoe we de groep kinderen die gebruik gaat maken van een speekselverminderend medicijn beter kunnen behandelen en hun ouders beter kunnen begeleiden. Bovendien zal het project ervoor zorgen dat bij alle kinderen het speekselverlies op kind-specifieke en persoonsgerichte wijze kan worden geëvalueerd. Daarmee kunnen persoonlijke behandeldoelen worden gesteld en worden ouders en kinderen meer betrokken bij de evaluatie, wat aansluit bij het streven naar zinnige, persoons- en familie-gerichte zorg.